Ben Okri werd op 15 maart 1959 geboren in Minna, Nigeria. Zijn moeder Grace is Ibo, zijn vader Silver is Urhobo. Zijn vader vertrok kort na zijn geboorte naar Engeland om rechten te studeren, het gezin volgde hem kort daarop. Ben Okri brengt zijn vroege jeugd door in Peckham, in Zuid-Londen. Als Okri zeven jaar is, keert het gezin terug naar Nigeria. Okri’s jeugd wordt overschaduwd door de Biafra-oorlog.

Ben Okri herinnert zich heel duidelijk hoe hij op 14-jarige leeftijd begon met schrijven:
“On this particular day, it rained, and this day changed my life. Everybody was out and I was in, alone. I was sitting in the living room and I took out a piece of paper and drew what was on the mantelpiece. That took me about an hour. Then I took another piece of paper and wrote a poem. That must have taken me ten minutes. I looked at the drawing and I looked at the poem. The drawing was dreadful and the poem was . . . tolerable, bearable. And it became clear to me that this was more my natural area.“

In 1978 ging Ben Okri terug naar Engeland, waar hij vergelijkende literatuurwetenschappen studeerde aan de Universiteit van Essex. Op zijn 19de publiceerde hij zijn eerste roman: Flowers and Shadows. Hij kon zijn studie niet afmaken wegens geldgebrek. Het was een moeilijke tijd voor hem waarin hij veel probeert te schrijven, er weinig gepubliceerd is, en hij regelmatig dakloos is en op straat slaapt. Het grote succes komt met “The Famished Road” waar hij in 1991 de Booker Prize voor fictie mee wint.

Ben Okri wordt soms een magisch-realist genoemd, hoewel hij daar zelf niet mee akkoord gaat. Hij schrijft door zijn ervaringen op sleeptouw te laten nemen door fantasie.